Rond de kerkdienst

Kerkdiensten zijn openbaar, je hoeft dus geen lid te zijn om bij de kerkdienst te zijn. Iedereen is welkom, ook kinderen. Voor de allerkleinsten ( 0 – 6 jaar) is er kinderoppas achter in de kerk.

Er zijn geen bijzondere kledingvoorschriften. Je trekt gewoon aan wat je zelf het prettigst vindt. Sommige kerkleden kiezen voor ‘zondagse kleding’, maar dat is omdat zij dat zelf het plezierigst vinden. Je kunt in de kerkzaal gaan zitten waar je wilt. Er zijn geen gereserveerde plaatsen.

In de kerkdiensten gaat het om de ontmoeting met God. De eigenlijke dienst begint met een ‘votum’: een korte uitspraak waarmee de gemeente zich wijdt aan God. Daarna volgt een ‘groet’: God groet de gemeente. De voorganger spreekt deze woorden uit. Vervolgens worden er liederen gezongen, sommige zijn oud van tekst en melodie, andere zijn moderner. Meezingen is niet verplicht. We zingen psalmen uit de ‘oude berijming’ en uit het Liedboek 2013. Bundels waar deze liederen instaan liggen te leen bij de ingang van de kerk.

Verder wordt er in de kerkdiensten gebeden. In het gebed spreken we met en tot God. Zo vragen we God om ons te helpen de Bijbel goed te begrijpen. We leggen moeilijke vragen voor Hem neer, bijvoorbeeld over mensen die ernstig ziek zijn. En we danken Hem voor de goede dingen die we mogen ervaren.

Belangrijk element in de kerkdienst is de lezing van de Bijbel (het Woord van God). De voorganger houdt hierover een preek. In de preek wordt het gedeelte uit de Bijbel uitgelegd. Daarbij wordt er ook een betekenis voor vandaag aan gegeven.

Bijna aan het einde van de dienst is er een collecte, ook deze is niet verplicht.

Het laatste officiële onderdeel van de dienst is een belangrijk moment. De voorganger geeft namens God aan de gemeente de zegen mee.

In iedere dienst is een liturgie (programma op papier) aanwezig zodat iedereen de dienst kan volgen. Een kerkdienst duurt ongeveer 75 minuten a anderhalf uur.

 

Enkele keren per jaar zijn er diensten met een bijzonder karakter.